De leiders van Noord- en Zuid-Korea hebben elkaar voor het eerst in tien jaar de hand geschud.
De Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un zijn naar de gedemilitariseerde zone afgereisd voor een bijzondere top in de grensplaats Panmunjom.
De twee leiders willen een einde maken aan het militaire conflict tussen de twee landen. De twee naties zijn officieel nog in oorlog, wel is er sinds 1953 een wapenstilstand.
Een van de stappen zou het terugbrengen van de DMZ (Demilitarized Zone) in de oorspronkelijke staat zijn. De vier kilometer brede zone niemandsland loopt langs de lijn waar de Koreaanse Oorlog eindigde in een wapenstilstand.
Het was de eerste keer sinds de oorlog dat een Noord-Koreaanse leider over de grens stapte met Zuid-Korea. “Ik was enthousiast om elkaar op deze historische plek te ontmoeten en het ontroert mij echt dat je helemaal naar de demarcatielijn bent gekomen om me persoonlijk te begroeten”, zei een lachende Kim.
Volgens Moon heeft de stap van Kim Panmunjom veranderd in een "symbool van vrede" in plaats van verdeeldheid. Aan beide zijden van de grens lieten de twee leiders zich fotograferen om vervolgens in het Vredeshuis in het Zuid-Koreaanse gedeelte het gesprek voort te zetten.
Moon schudde eerst handen met veteranen voordat hij bij zijn kantoor het Blauwe Huis in de auto stapte om naar Panmunjom af te reizen. Ook Noord-Koreaanse media berichtten over de ontmoeting en meldden voorafgaand dat Kim Pyongyang heeft verlaten, voor een "historische Noord-Zuid-topconferentie".